Dit zijn trillingsvrij in de grond gevormde funderingspalen met de volgende karakteristieken: De diameters van de palen bedragen Ø250, Ø300, Ø350 en Ø400. Draagvermogens: afhankelijk van de draagkrachtige laag en de afmeting van de paalschacht. Het draagvermogen kan variëren van 200 tot 2000 kN. Met behulp van een hydraulisch aangedreven draaitafel wordt een holle as (inwendige diameter 110 mm), waarop de schroefbladen doorgaand zijn gelast, in de bodem gedraaid. De onderzijde van de holle as is afgesloten met een vast punt, die dient als center, om de afwijkingen van de palen zo veel mogelijk te voorkomen.
Indien de draaisnelheid van de boor te gering is, ten gevolge van de bodemweerstand, wordt de verticale richting van de boor tijdelijk geblokkeerd waardoor de grond langs de boorbladen omhoog voert en daardoor de wrijving reduceert. Nadat de boor de vereiste diepte, welke is vastgesteld aan de hand van grondonderzoek, heeft bereikt wordt d.m.v. een betonpomp (cap. 80 m3 per uur met een max. druk van 180 bar), het beton door de holle as naar de punt van de holle as gepompt, tijdens het rechtshandig trekken van de boor d.m.v. een hydraulische lier, waarvan de treksnelheid nauwkeurig geregeld is.
Tijdens het uittrekken wordt de uitkomende grond van de schroefbladen verwijderd. Wanneer de paal op maaiveldhoogte is gebetonneerd worden de stekeinden d.m.v. korfwapening op hun plaats in het verse beton gebracht. De palen kunnen gewapend worden tot max. 8 meter lengte.
Tijdens het boren worden verschillende gegevens geregistreerd o.a.: druk van het beton, snelheid van de lieren en het boormoment. Aan de hand van de sonderingen en de geregistreerde boorgrafieken kan men nagaan waar de slappe en vaste grondlagen liggen. De palen kunnen gecontroleerd worden door akoestische metingen.
Ook inpandig heiwerk, trillings- en geluidsarm is voor ons geen probleem.